University of Twente Student Theses

Login

De concurrentiegerichte dialoog in gebiedsontwikkeling : het ontwikkelen van een afwegingskader voor toepasbaarheid van de concurrentiegerichte dialoog in de gebiedsontwikkelingssector bij gemeenten

Vliet, J.W. van (2013) De concurrentiegerichte dialoog in gebiedsontwikkeling : het ontwikkelen van een afwegingskader voor toepasbaarheid van de concurrentiegerichte dialoog in de gebiedsontwikkelingssector bij gemeenten.

[img] PDF
1MB
Abstract:Aanleiding en doelstelling: De concurrentiegerichte dialoog (in het vervolg afgekort als CD) is een aanbestedingsprocedure waarbij het mogelijk is om binnen de kaders van het aanbestedingsrecht 1 op 1 in dialoog te gaan met marktpartijen over alle voorwaarden van een complex project. Deze afstemming tussen opdrachtgever en opdrachtnemer leidt tot een betere samenwerking, betere oplossingen en toegevoegde waarde op het gebied van geld, tijd en kwaliteit. De meerwaarde van de procedure treedt op bij (bijzonder) complexe projecten, een van de kenmerken van veel gebiedsontwikkelingsprojecten. Toch wordt de CD relatief weinig toegepast bij gebiedsontwikkelingsprojecten. Dit roept allerlei vragen op: waarom wordt de CD relatief weinig toegepast? wat maakt een project geschikt voor de CD? welke aspecten zijn van invloed op de keuze voor de CD? En: bij welke gebiedsontwikkelingsprojecten moet de CD toegepast worden? Deze vragen spelen ook bij Grontmij, het advies- en ingenieursbureau waarvoor dit onderzoek is uitgevoerd. Grontmij wil haar klanten een onderbouwd advies kunnen geven waarom wel of niet voor de CD te kiezen op basis van alle aspecten rondom een project die van invloed zijn op deze afweging. Dit heeft geleid tot de volgende doelstelling: Het ontwikkelen van een afwegingskader voor de toepassing van de CD in de gebiedsontwikkelingssector door een overzicht te geven van de aspecten rondom een project die van invloed zijn op de keuze voor het al dan niet toepassen van de CD. Scope en methode: Het afwegingskader is opgezet voor complexe binnenstedelijke gebiedsontwikkelingsprojecten bij gemeenten waar is gekozen voor een gebiedsconcessie (de DBFMO). Dit is een samenwerkingsvorm die uitgaat van een integrale ontwikkeling van grond, vastgoed en plan samen met de markt. Aan de hand van de doelstelling en scope zijn de volgende onderzoeksstappen gedefinieerd: 1. Het in kaart brengen van de aspecten rondom een project die van invloed zijn op de keuze voor de CD door het uitvoeren van een literatuurstudie. 2. Het bepalen van de invloed van deze aspecten op de keuze voor de CD door experts uit de gebiedsontwikkelingssector te interviewen. 3. Het opstellen van een afwegingskader waarin de aspecten en de invloed van deze aspecten zijn opgenomen. Het valideren van dit afwegingskader door een tweede interviewronde te houden met experts uit de gebiedsontwikkelingssector. Resultaten: Naar aanleiding van de literatuurstudie is een framework van 11 aspecten opgesteld. Dit zijn de aspecten: projectcontext, doelen / ambitie, bouworganisatievorm, vraagspecificatie, contractvorm, wet en regelgeving, risicodossier, organisatie, dialoog, markt en kosten. Invloed van aspecten Uit de analyse van de interviews met experts in de gebiedsontwikkelingssector blijkt dat de afweging ten aanzien van de CD bestaat uit drie fasen: start – afweging – voorwaarden. De 11 aspecten uit het framework zijn als volgt verdeeld over de drie fasen:  Start: bouworganisatievorm, doelen / ambitie, projectcontext en vraagspecificatie.  Afweging: contractvorm, risico’s, markt en dialoog.  Voorwaarden: kosten, wet en regelgeving en organisatie. Afwegingskader Het ontwikkelde afwegingskader bestaat uit een stroomschema met daarin de aspecten en fasen die doorlopen moeten worden om tot een onderbouwd advies ten aanzien van de CD te komen. Daarbij is voor elke fase een aandachtspunten / vragenlijst opgesteld ter ondersteuning bij het doorlopen van het afwegingskader. Het afwegingskader bestaat uit de volgende vijf fasen: 1. Analyse: in de eerste fase wordt een quickscan uitgevoerd om na te gaan of het zinvol is om het afwegingskader te doorlopen en of de toepassing van de CD juridisch toegestaan is. 2. Start: vanuit de projectcontext, waarin de gewenste samenwerking en gebiedsambitie een belangrijk rol spelen, wordt de startvraag aan de markt gedefinieerd. 3. Afweging: op basis van de startvraag aan de markt wordt de afweging gemaakt of de CD nuttig is. Onderdeel van deze afweging zijn de aspecten risico, markt en dialoog die van invloed zijn op de primaire aanleiding: is er op basis van de financiële, technische of juridische eigenschappen van het project afstemming met de markt gewenst? 4. Voorwaarden: de aanleiding voor de CD leidt tot een concept dialoogproces. Dit dialoogproces wordt getoetst aan de voorwaarden: kosten, wet en regelgeving en organisatie. Wat volgt is een iteratief proces: het ‘passend maken’ van het conceptproces en de voorwaarden. 5. Mits geverifieerd aan de startvraag leidt dit tot een advies voor het al dan niet toepassen van de CD. Conclusies en aanbevelingen: Er bestaat geen generiek antwoord op de vraag: welke projecten zijn geschikt voor de CD? Een advies is voor ieder project maatwerk dat met behulp van het afwegingskader kan worden opgesteld. Vaak wordt complexiteit als criterium voor toepassing van de CD gehanteerd. Complexiteit en projectkenmerken in het algemeen spelen zonder meer een rol, maar het is belangrijk om altijd te kijken of de CD een concrete meerwaarde biedt. Daarnaast spelen ook omgevingsfactoren als politiek, organisatie en subjectiviteit een rol in het afwegingsproces. Dus de vraag: is het project geschikt voor de CD? zou eigenlijk moeten zijn: is de gehele setting geschikt voor de CD? Het afwegingskader is opgesteld aan de hand van een literatuurstudie en interviews met experts in de gebiedsontwikkelingssector. Het afwegingskader is niet gevalideerd door middel van een casestudy. De belangrijkste aanbeveling voor vervolgonderzoek is het valideren en verbeteren van het afwegingskader door het afwegingskader toe te passen op een pilot project. Voor Grontmij is het aan te bevelen om een afwegingskader op te stellen dat als format dient om adviezen m.b.t. de aanbestedingsstrategie op te stellen. Een format / checklist draagt bij aan het opstellen van een verzorgd en onderbouwd advies en is een middel om kennis te delen.
Item Type:Essay (Master)
Faculty:ET: Engineering Technology
Subject:56 civil engineering
Programme:Construction Management and Engineering MSc (60337)
Link to this item:https://purl.utwente.nl/essays/63029
Export this item as:BibTeX
EndNote
HTML Citation
Reference Manager

 

Repository Staff Only: item control page