University of Twente Student Theses

Login

Verbeterde bepaling van de mate van spiervervetting door onderzoek naar de invloed van jodiumhoudend contrastmiddel op (Dual Energy) CT-scans met als doel het verlagen van het risico op postoperatieve complicaties bij patiënten met darmkanker

Brekel, A. van den and Dao, V. and Moormans, L.R. (2018) Verbeterde bepaling van de mate van spiervervetting door onderzoek naar de invloed van jodiumhoudend contrastmiddel op (Dual Energy) CT-scans met als doel het verlagen van het risico op postoperatieve complicaties bij patiënten met darmkanker.

[img] PDF
3MB
Abstract:Aanleiding: In Nederland krijgt ruim dertig procent van de 10.000 patiënten die jaarlijks een operatie ondergaat voor colorectale kanker te maken met postoperatieve complicaties. Deze postoperatieve complicaties worden geassocieerd met een verlaagde overlevingskans en brengen hoge kosten met zich mee. Om het risico op postoperatieve complicaties beter te voorspellen, kan er gekeken worden naar de mate van spiervervetting. Deze kan worden bepaald aan de hand van de stralingsverzwakking, uitgedrukt in Hounsfield units (HU’s), van de spieren op een CT-scan. Bij een CT-scan wordt echter vaak een jodiumhoudend contrastmiddel toegediend, welke invloed heeft op de HU’s van de CT-scan. De mate van spiervervetting kan daardoor onjuist worden ingeschat. Daarom is het belangrijk om uit te zoeken welke invloed jodiumhoudend contrastmiddel heeft op de HU’s van vet- en spierweefsel en welke correctiefactor er opgesteld kan worden om een CT-scan met contrastmiddel om te rekenen naar een CT-scan zonder contrastmiddel. Wanneer dit bekend is, kan de mate van spiervervetting op een kwantitatieve methode worden bepaald en kan er meer inzicht verkregen worden in welke patiënten een hoog risico lopen op postoperatieve complicaties. Dit geeft de mogelijkheid om deze patiënten een preoperatief programma aan te bieden om de mate van spiervervetting te verminderen, wat zal resulteren in een verlaagd risico op postoperatieve complicaties en daardoor ook lagere zorgkosten. Vraagstelling: Hoe kan de mate van spiervervetting bij patiënten met darmkanker die in aanmerking komen voor een operatie nauwkeuriger worden ingeschat met behulp van CT, onafhankelijk van de aan- af afwezigheid van jodiumhoudend contrastmiddel, met als doel het verlagen van het risico op postoperatieve complicaties? Methode: De onderzoeksmethode is opgedeeld in twee onderdelen: de fantoomstudie en de patiëntenstudie. Voor de fantoomstudie is een vetfantoom gebouwd, bestaande uit buisjes met verschillende vetpercentages, dat gescand is met een CT-scanner. Van het vetfantoom zijn zowel single energy (SE) als dual energy (DE) CTscans gemaakt. Voor de patiëntenstudie zijn 23 bestaande SECT-scans van patiënten geanalyseerd. Bij de SECTscans zijn de HU’s van de beelden met contrast en zonder contrast met elkaar vergeleken. Bij de DECT-scans zijn de HU’s van de beelden met contrast, zonder contrast en van de virtual non-contrast scan met elkaar vergeleken. Het vergelijken van de beelden is gedaan door middel van het intekenen van een cirkelvormige region of interest (ROI) in de musculus erector spinae ter hoogte van de wervel L3 van de patiëntenscans of in het buisje van het vetfantoom. Van elke ROI is de HU waarde bepaald en vervolgens zijn de HU’s van de verschillende beelden met elkaar vergeleken. Resultaten: Bij de fantoomstudie bleek de stralingsverzwakking van de ROI met contrast voor zowel de SECTscans als de DECT-scans significant hoger dan de stralingsverzwakking van de ROI zonder contrast. De gemiddelde verhoging was 12,50 HU ([SD 6,91], p < 0,0001) voor de SECT-scans en 16,28 HU ([SD 8,78], p < 0,0001) voor de DECT-scans. Daarnaast was er een significant verschil tussen de stralingsverzwakking van de ROI van de VNC en de stralingsverzwakking van de ROI van de blanco scan (6,98 HU [SD 10,16], p < 0,0001). Ook bij de patiëntenstudie was er een statistisch significante verhoging in HU’s van de musculus erector spinae ter hoogte van de wervel L3 van de SECT contrast scan ten opzichte van de SECT blanco scan (9,73 HU [SD 3,87], p < 0,0001). Conclusie: De mate van spiervervetting kan nauwkeuriger gemeten worden door op de CT-scan de HU waarden te meten van de skeletspieren rondom de wervel L3. De toediening van jodiumhoudend contrastmiddel aan een patiënt die een CT-scan ondergaat, zorgt voor een significante verhoging in HU waarden van vet- en spierweefsel. Voor het opstellen van een correctiefactor om CT-scans met contrastmiddel om te rekenen naar CT-scans zonder contrastmiddel is meer onderzoek nodig alvorens het toegepast kan worden in de klinische praktijk.
Item Type:Essay (Bachelor)
Faculty:TNW: Science and Technology
Subject:44 medicine
Programme:Technical Medicine BSc (50033)
Link to this item:https://purl.utwente.nl/essays/75145
Export this item as:BibTeX
EndNote
HTML Citation
Reference Manager

 

Repository Staff Only: item control page