University of Twente Student Theses

Login

De ontwikkeling van een quickscanmethodiek om de modal split van personenverkeer te bepalen

Mestrum, Daan (2011) De ontwikkeling van een quickscanmethodiek om de modal split van personenverkeer te bepalen.

[img] PDF
2MB
Abstract:Verkeersmodellen zijn de afgelopen decennia steeds complexer geworden. Oorzaken hiervan zijn technologische en wetenschappelijke ontwikkelingen, de toegenomen databeschikbaarheid, de complexer wordende samenleving, het complexere verplaatsingsgedrag van personen, complexere beleidsvraagstukken en tenslotte de toename van juridische eisen aan verkeersmodellen. De toegenomen complexiteit van verkeersmodellen heeft een aantal nadelen: • Deze complexe modellen vormen een black box voor beleidsmakers: voor veel gebruikers is niet duidelijk hoe de modelinvoer samenhangt met de modeluitvoer; • Beleidsmakers hebben te hoge verwachtingen gekregen over het voorspellend vermogen en het toepassingsbereik van de modellen; • Met name op gemeentelijk niveau is niet altijd voldoende invoerdata beschikbaar, waardoor het moeilijk is om gedetailleerde rekenmodellen op te stellen op basis van empirische informatie; • De complexiteit van het model sluit niet altijd aan bij de aard van de vraag. In sommige gevallen volstaat een globaal antwoord en in een dergelijk geval voldoen eenvoudige modellen beter; • Het gebruik en vullen van deze complexe modellen kost relatief veel tijd. Hierdoor blijft er vaak weinig over voor het interpreteren van de modelresultaten. Verschillende verkeerskundigen suggereren daarom om meer gebruik te maken van vuistregels en eenvoudige modellen voor beantwoording van bepaalde verkeersvraagstukken, met name in het begin van het planproces. Daarnaast bestaat er bij ingenieursbureau Witteveen+Bos vraag naar een model, waarmee op snelle en eenvoudige wijze de modal split kan worden bepaald. Witteveen+Bos constateert namelijk dat bij wegenprojecten vaak geen maatregelen worden genomen om te voorkomen dat de competitiviteit van het OV wordt uitgehold. Vaak worden studies met een unimodaal uitgevoerd, ook wanneer gebruik wordt gemaakt van een verkeersmodel. Met behulp van een eenvoudig modal split model kunnen veranderingen in de modal split en dus de competitiviteit van het OV worden bepaald als gevolg van een infrastructurele ingreep. Deze vraag van Witteveen+Bos en de vraag uit de praktijk naar eenvoudigere modellen hebben de aanleiding gevormd voor dit onderzoek. Onderzoeksdefinitie De volgende onderzoeksdoelstelling is geformuleerd: “Het doel van het onderzoek is het opstellen van een generiek toepasbare quickscanmethodiek om de modal split tussen twee gebieden te bepalen door verbanden te leggen tussen de modal split en karakteristieken van herkomst- en bestemmingsgebieden en route- en verplaatsingskarakteristieken.” De intentie is om een model te ontwikkelen voor het gemeentelijk niveau dat generiek toepasbaar is in heel Nederland. De keuze is echter gemaakt om het model te ontwerpen op basis van het analyseren van verplaatsingen van, naar en binnen Amsterdam. De beschikbaarheid van data is de reden geweest voor deze keuze. OV-verplaatsingen zijn in veel steden slechts een klein aandeel van het totaal aantal verplaatsingen. Om te bepalen welke variabelen van invloed zijn op het OV-gebruik is dus een grote steekproef per gemeente benodigd. Het MON is daarvoor niet geschikt, aangezien het MON per gemeente te weinig data over OV-verplaatsingen bevat. Geschikte datasets zijn de MON-verdichting van Den Haag en Perovam. Aangezien een vergelijking tussen MON en Perovam interessant is en omdat de hoeveelheid Perovamdata groter is, is gekozen om Perovam te gebruiken voor het modelontwerp. Teneinde de onderzoeksdoelstelling te realiseren zijn de volgende onderzoeksvragen opgesteld: 1. Welke uitgangspunten dienen ten grondslag te liggen aan het ontwerp van het model, om aan te sluiten bij de vraag naar minder complexe modellen en beleidsvraagstukken uit de praktijk? 2. Welke data worden gebruikt voor het onderzoek en op welke wijze worden deze data gebruikt? 3. Hoe ziet een model er uit, waarmee quickscan kan worden bepaald wat de modal split is van verplaatsingen van, naar en binnen Amsterdam? 4. In hoeverre is het model generiek toepasbaar voor Nederlandse gemeenten? 5. Hoe wordt het quickscaninstrument vormgegeven? Per onderzoeksvraag worden de belangrijkste resultaten beschreven en wordt indien relevant enige toelichting op de methode van onderzoek gegeven.
Item Type:Essay (Master)
Clients:
Witteveen en Bos
Faculty:ET: Engineering Technology
Subject:55 traffic technology, transport technology
Programme:Civil Engineering and Management MSc (60026)
Link to this item:https://purl.utwente.nl/essays/61005
Export this item as:BibTeX
EndNote
HTML Citation
Reference Manager

 

Repository Staff Only: item control page