University of Twente Student Theses

Login

Bouwen en wonen op slechte grond : de invloed van het bouwrijp maken

Kamphuis, W. (2008) Bouwen en wonen op slechte grond : de invloed van het bouwrijp maken.

[img] PDF
18MB
Abstract:Door ingenieursbureau Witteveen+Bos is geconstateerd dat de kwaliteit van ouwrijp gemaakte terreinen in het westen van Nederland sterk wisselt. Verwacht wordt dat dit grote financiële en maatschappelijke gevolgen heeft in de bouw- en beheersfase. Dit afstudeeronderzoek heeft tot doel om deze gevolgen inzichtelijk te maken en een financiële waardering te geven aan de verschillen in kwaliteit. Er zijn meerdere oorzaken aan te wijzen voor de kwaliteitsverschillen. Ten eerste zijn bij het bouwrijp maken meerdere partijen betrokken met verschillende belangen, dit zorgt voor belangenverstrengeling en afschuiving van problemen. Daarbij is het maar een klein onderdeel van het bouwproces, waarvan de gevolgen op lange termijn onderschat worden. Daarnaast is de keuze uit de verschillende bouwrijp methoden niet eenvoudig. Kennis van bodemeigenschappen, ontwatering en zetting is niet altijd bij gemeenten aanwezig. Zij laten zich als opdrachtgever vaak adviseren door onafhankelijke adviesbureaus. Ten derde zijn belangrijke bouwrijp werkzaamheden zoals het voorbelasten van grond erg duur en tijdrovend, dit kan gemeenten afschrikken. Dit terwijl de totale kosten van het bouwrijp maken vergeleken met de huidige grondprijzen beperkt zijn. Doorm middel van een tweetal casestudies zijn de gevolgen van kwaliteitsverschillen inzichtelijk gemaakt. De eerste casestudie is een Vinex-locatie in de gemeente Pijnacker, door middel van een integrale voorbelasting is hier getracht kwalitatief hoogwaardige bouwrijpe grond af te leveren. De tweede casestudie is Vinexlocatie De Volgerlanden in Hendrik-Ido-Ambacht. Als gevolg van tijdsdruk is hier geen voorbelasting toegepast. Tijdens de woningbouwfase treden er in Pijnacker geen problemen op als gevolg van het bouwrijp maken. Dit in tegenstelling tot Hendrik-Ido-Ambacht waar de aannemer last heeft van een slecht begaanbaar bouwterrein en wateroverlast in de kruipruimten. Na oplevering van de woningen breken er in Hendrik-Ido-Ambacht in de eerste twee jaar twintig procent van de huisaansluitingen af door het verzakken van verhardingen. Dit terwijl er in Pijnacker sinds de oplevering nog geen problemen zijn opgetreden. Uit de financiële analyse van beide cases blijkt dat de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht vijfentwintig procent meer kan uitgeven aan onderhoudskosten dan Pijnacker, voordat zij totaal duurder uit zijn. Als gevolg van rente en inflatie is de netto contante waarde van grote 0nderhoudswerkzaamheden lager dan de vroegtijdige investering in een integrale voorbelasting. De financiële gevolgen in de beheersfase als gevolg van een lage kwaliteit bouwrijpe grond zijn dus beperkt. De maatschappelijke gevolgen zijn daarentegen veel groter. Bewoners ondervinden veel overlast door weg- en rioleringswerkzaamheden en er kunnen gevaarlijke situaties ontstaan door verzakkingen. Daarbij komen nog de kosten voor het frequenter ophogen van tuinen. Geconcludeerd is dat de financiële gevolgen van het bouwen en wonen op een lage kwaliteit bouwrijp gemaakte grond groot zijn, maar niet per definitie groter dan de uitgaven die nodig zijn om een hoge kwaliteit bouwrijpe grond te realiseren. Dit neemt niet weg dat het onacceptabel is, in een welvarend land als Nederland, om als gemeente niet zorg te dragen voor een hoge kwaliteit van de bebouwde omgeving. Bewoners verliezen een gedeelte van hun woongenot wanneer er in een vroeg stadium niet geïnvesteerd wordt in een hoge kwaliteit bouwrijpe grond.
Item Type:Essay (Master)
Clients:
Witteveen+Bos
Faculty:ET: Engineering Technology
Subject:56 civil engineering
Programme:Civil Engineering and Management MSc (60026)
Link to this item:https://purl.utwente.nl/essays/58485
Export this item as:BibTeX
EndNote
HTML Citation
Reference Manager

 

Repository Staff Only: item control page