University of Twente Student Theses

Login

Ontwikkeling van een gevalideerde meetopstelling waarmee onderzocht kan worden wat het effect is van de positionering en de penetratiediepte van EndoAnchorsTM op de maximale trekkracht die nodig is om migratie van een AFX® Endoprothese, geplaatst in een siliconen aortamodel, te induceren zoals deze op kan treden bij patiënten met een Aneurysma Aortae Abdominalis

Bergwerff, P. and Bielevelt, F. and Bokhoven, D.M. and Eyck, Q.D. (2017) Ontwikkeling van een gevalideerde meetopstelling waarmee onderzocht kan worden wat het effect is van de positionering en de penetratiediepte van EndoAnchorsTM op de maximale trekkracht die nodig is om migratie van een AFX® Endoprothese, geplaatst in een siliconen aortamodel, te induceren zoals deze op kan treden bij patiënten met een Aneurysma Aortae Abdominalis.

[img] PDF
15MB
Abstract:Aanleiding: Na het ondergaan van een endovasulaire aneurysma reparatie (EVAR) procedure bij een Aneurysma Aortae Abdominalis ondervindt 18% van de patiënten migratie van de geplaatste endoprothese en treedt bij 20% van de patiënten een endoleak op. Om de migratieweerstand van een endoprothese in de aortawand te verhogen zijn EndoAnchors ontwikkeld. Het is nog onbekend wat voor invloed de positionering en de penetratiediepte van de EndoAnchors hebben op de effectiviteit van deze EndoAnchors. Doel: Om dit effect te kunnen onderzoeken moet een gevalideerde meetopstelling worden ontwikkeld. Met deze meetopstelling moet gemeten kunnen worden welke trekkracht nodig is om migratie van een AFX Endoprothese, geplaatst in een siliconen aortamodel, te induceren. Validatie van de meetopstelling: Om te controleren of de meetopstelling valide is, is een viertal metingen uitgevoerd. Dit zijn metingen met alleen het aortamodel, een geperforeerd aortamodel, een aortamodel met puntbelasting en een aortamodel in combinatie met een endoprothese. Tijdens deze metingen wordt er gekeken hoe het aortamodel in deze specifieke situaties reageert op een geleverde trekkracht. Het aortamodel bleef zowel bij een meting met alleen het model, als bij perforatie hiervan intact. Bij puntbelasting van een schroef werd de schroef uit het model getrokken. Bij de metingen waarbij een puntbelasting van een EndoAnchor werd geleverd, bleek deze te vervormen. Bij dezelfde meting bij een halve penetratiediepte bleek de EndoAnchor te breken. Bij de metingen met de AFX endoprotheses trad migratie op. Conclusie: Uit de resultaten kan worden geconcludeerd dat het mogelijk is om een meetopstelling te ontwikkelen, waarmee het effect van de positionering en penetratiediepte van EndoAnchors op migratie van een endoprothese in een aortamodel onderzocht kan worden. Op basis van alle uitgevoerde validatiemetingen, kan niet worden geconcludeerd dat de gerealiseerde meetopstelling valide is. De metingen met EndoAnchors zijn niet in voldoende mate uitgevoerd om als ondersteuning te dienen om de opgestelde hypothese te kunnen bevestigen. Om de opgestelde hypothese te kunnen bevestigen en de opstelling dus valide te verklaren, zijn verdere metingen met EndoAnchors nodig.
Item Type:Essay (Bachelor)
Faculty:TNW: Science and Technology
Subject:44 medicine, 50 technical science in general
Programme:Technical Medicine BSc (50033)
Link to this item:https://purl.utwente.nl/essays/72560
Export this item as:BibTeX
EndNote
HTML Citation
Reference Manager

 

Repository Staff Only: item control page