University of Twente Student Theses

Login

Indirecte slachtofferervaring en sociale identificatie onder LHB'ers

Smeenk, J.V. (2016) Indirecte slachtofferervaring en sociale identificatie onder LHB'ers.

[img] PDF
1MB
Abstract:Anti-homogeweld is een onderwerp dat nog steeds speelt in de Nederlandse samenleving. Onderzoek heeft uitgewezen dat lesbische vrouwen, homoseksuele mannen en biseksuelen (LHB’ers) meer onveiligheidsgevoelens ervaren dan heteroseksuelen. Dit onderzoek toetst een mogelijke verklaring voor deze onveiligheidsgevoelens, namelijk indirecte slachtofferervaring. De hoofdvraag die hierbij wordt beantwoord is: Wat is het gevolg van indirecte slachtofferervaring onder LHB’ers, en hoe wordt dit beïnvloed door de mate van sociale identificatie? De focus ligt op de invloed van berichten en verhalen over anti-homogeweld die LHB’ers te horen krijgen. Daarnaast wordt ook gekeken naar de rol van sociale identificatie, dus de mate waarin een LHB’er zich ook daadwerkelijk onderdeel van de groep LHB’ers voelt. De eerste hypothese die is opgesteld om de invloed van indirecte slachtofferervaring te toetsen is: LHB’ers die indirect slachtoffer worden van anti-homogeweld (met andere woorden: berichten over anti-homogeweld horen of lezen), ervaren een hogere mate van gepercipieerde dreiging, en laten meer defensief gemotiveerd gedrag zien, dan LHB’ers die dit niet worden. Om de rol van sociale identificatie als moderator te toetsen is een tweede hypothese opgesteld: Het effect van indirecte slachtofferervaring is sterker voor LHB’ers met een hoge mate van sociale identificatie dan voor LHB’ers met een lage mate van sociale identificatie. Het doel van het onderzoek is om meer inzicht te krijgen in de veiligheidsbeleving van LHB’ers zodat hier iets uiteindelijk iets aan gedaan kan worden. Om de invloed van indirecte slachtofferervaring en sociale identificatie te toetsen is een experiment uitgevoerd dat in de vorm van een vragenlijst onder LHB’ers is verspreid. Bij deze verspreiding van de vragenlijsten hebben verschillende LHB-belangenorganisaties geholpen. Elke proefpersoon heeft, voor het beantwoorden van de vragenlijst, een van drie mogelijke teksten gelezen. Iedere respondent is dus willekeurig toegewezen aan een van drie conditiegroepen. De eerste tekst betreft een bericht met een geval van anti-homogeweld, de tweede tekst een bericht met een incident van geweld op straat, de derde tekst een neutraal bericht. Er is dus sprake van twee groepen die worden blootgesteld aan indirecte slachtofferervaring (duidelijk en minder duidelijk) en een controlegroep. De uitkomsten van het onderzoek tonen niet aan dat indirecte slachtofferervaring van invloed is op de gepercipieerde dreiging en defensiemotivatie, waarmee de eerste hypothese dus wordt verworpen. Indirecte slachtofferervaring heeft daarnaast ook geen significant effect op de gepercipieerde effectiviteit en protectiemotivatie. Wel is er sprake van een interactie-effect van sociale identificatie op de relatie tussen indirecte slachtofferervaring en gepercipieerde effectiviteit. Dit houdt in dat bij een lage mate van sociale identificatie het effect van indirecte slachtofferervaring op de gepercipieerde effectiviteit positief is. Bij een hoge mate van sociale identificatie is dit andersom, dan heeft indirecte slachtofferervaring een negatief effect op de gepercipieerde dreiging. Bij de resultaten is tevens gekeken naar het effect van sociale identificatie op de afhankelijke variabelen. Hier blijkt dat sociale identificatie een significante invloed heeft op de gepercipieerde dreiging, de gepercipieerde effectiviteit en de protectiemotivatie. Uit dit onderzoek is dus niet gebleken dat LHB’ers die worden blootgesteld aan indirecte slachtofferervaring direct meer gevoelens van onveiligheid ervaren. Belangrijk hierbij is wel dat het om een milde vorm van indirecte slachtofferervaring gaat. Wel is aangetoond dat sociale identificatie een belangrijke rol speelt in hun veiligheidsbeleving. Het beïnvloedt de mate waarin een LHB’er dreiging percipieert maar ook mogelijkheden ziet om iets aan deze dreiging te doen. Dit kan worden verklaard doordat een hoge mate van sociale identificatie ervoor zorgt dat een LHB’er zich kan voorstellen om zelf slachtoffer te worden. Hierbij wordt een aanval op een groepslid gezien als een aanval op henzelf. Aan de andere kant biedt deze sociale identificatie ook steun en kracht, men voelt zich onderdeel van een groep en denkt dat er gezamenlijk iets aan de dreiging te doen is. Verder onderzoek moet uitwijzen hoe de sociale identiteit van LHB’ers tot stand komt en of meer gepercipieerde effectiviteit en protectiemotivatie uiteindelijk ook leidt tot minder onveiligheidsgevoelens.
Item Type:Essay (Master)
Faculty:BMS: Behavioural, Management and Social Sciences
Subject:77 psychology
Programme:Psychology MSc (66604)
Link to this item:https://purl.utwente.nl/essays/70983
Export this item as:BibTeX
EndNote
HTML Citation
Reference Manager

 

Repository Staff Only: item control page