University of Twente Student Theses

Login

De behandelintegriteit binnen welbevindentherapie : een studie naar de adherentie van de therapeut en de behandeldifferentiatie binnen een RCT naar de toepassing van welbevindentherapie bij cliënten met PTSS

Lelij, Lotte van der (2015) De behandelintegriteit binnen welbevindentherapie : een studie naar de adherentie van de therapeut en de behandeldifferentiatie binnen een RCT naar de toepassing van welbevindentherapie bij cliënten met PTSS.

[img] PDF
619kB
Abstract:Welbevindentherapie is een therapievorm die aansluit bij de positieve psychologie. Welbevindentherapie richt zich niet uitsluitend op het verminderen van klachten, maar ook op het bevorderen van psychologisch welbevinden. Voor therapeuten betekent dit dat ze op een andere manier moeten behandelen dan ze gewend zijn. Deze studie richt zich op de vraag in hoeverre zij welbevindentherapie uitvoeren zoals deze bedoeld is, de behandelintegriteit. Om dit te onderzoeken is gebruik gemaakt van een randomised controlled trial (RCT) van Hüning (2013). Zij vergeleek de effectiviteit van welbevindentherapie met de effectiviteit van de treatment as usual (TAU) in de rehabilitatiefase van de behandeling van PTSS. In de huidige studie is er gekeken naar de adherentie van de therapeut binnen de welbevindentherapie en de TAU en naar de behandeldifferentiatie. Aan de hand van de protocollen die gehanteerd zijn binnen de RCT zijn er scoreformulieren opgesteld, met hierop de handelingen die door de therapeut uitgevoerd dienen te worden. Vervolgens zijn er video’s bekeken van verschillende sessies welbevindentherapie (N=7) en TAU (N=4) en is bijgehouden welke van de handelingen er werden uitgevoerd. Om de adherentie van de therapeut te bepalen, is er berekend hoeveel procent van de handelingen per sessie werd uitgevoerd. Hiernaast is bijgehouden op welke manier de therapeuten de handelingen hebben uitgevoerd. Voor het bepalen van de behandeldifferentiatie is gekeken of er geen elementen van welbevindentherapie werden toegepast binnen de TAU en of er verschillen zichtbaar waren tussen de twee therapievormen. Binnen de welbevindentherapie was bij zes van de sessies sprake van honderd procent adherentie van de therapeut en bij één van de sessies was er 85,71 procent adherentie van de therapeut. Binnen de TAU was er bij twee sessies sprake van 100 procent adherentie van de therapeut en bij twee sessies was er 75 procent adherentie van de therapeut. Er was veel variatie te zien binnen de uitvoering van de vereiste handelingen van beide therapievormen. Er was sprake van genoeg behandeldifferentiatie. Binnen de TAU werden geen elementen toegepast die uitsluitend binnen de welbevindentherapie toegepast dienen te worden. De behandelintegriteit binnen de RCT van Hüning (2013) blijkt gewaarborgd. Therapeuten blijken in staat om de omslag te maken en de welbevindentherapie zo uit te voeren als deze bedoeld is. Dit wil zeggen dat de behandelintegriteit geen negatieve invloed heeft gehad op de validiteit van de vergelijkingen die binnen de RCT werden gedaan. In hoeverre het precies naleven van het protocol daadwerkelijk invloed heeft op de effectiviteit van de welbevindentherapie zelf zou nog verder onderzocht kunnen worden.
Item Type:Essay (Master)
Faculty:BMS: Behavioural, Management and Social Sciences
Subject:77 psychology
Programme:Psychology MSc (66604)
Link to this item:https://purl.utwente.nl/essays/68748
Export this item as:BibTeX
EndNote
HTML Citation
Reference Manager

 

Repository Staff Only: item control page