University of Twente Student Theses

Login

Acceptance & Commitment Therapy bij patiënten met chronische pijn binnen een klinische revalidatiesetting : De empirische relatie tussen de ontwikkeling van psychologische flexibiliteit en retrospectieve evaluatie in vier gevalsstudies

Vrins, D.A.H. (2014) Acceptance & Commitment Therapy bij patiënten met chronische pijn binnen een klinische revalidatiesetting : De empirische relatie tussen de ontwikkeling van psychologische flexibiliteit en retrospectieve evaluatie in vier gevalsstudies.

[img] PDF
1MB
Abstract:Aanleiding: Chronische pijn is een omvangrijk volksgezondheidsprobleem en kan gepaard gaan met verminderde levenskwaliteit voor de persoon die eraan lijdt. Er is groeiend bewijs voor de effectiviteit van Acceptance & Commitment Therapy (ACT) in de behandeling van chronische pijnpatiënten, wat tot doel heeft de psychologische flexibiliteit (PF) te vergroten. ACT zou chronische pijnpatiënten in staat stellen om te aanvaarden wat onveranderbaar is, zodat de focus verschuift van acties die gericht zijn op pijnvermindering naar gedrag dat in dienst staat van belangrijke levenswaarden. Doel: Dit onderzoek heeft tot doel de ontwikkeling in PF van pijnpatiënten gedurende en kort na afloop van een achtweekse ACT-behandeling in kaart te brengen, daarbij lettend op het verloop van acceptatie, toegewijde actie en toepassing van geleerde principes. Aanvullend is onderzocht in hoeverre de ontwikkeling in PF kan worden teruggevonden in het verhaal van retrospectieve evaluatie, ofwel wanneer de patiënt terugblikt op de eigen ontwikkeling. Tot slot is de ontwikkeling in psychologische flexibiliteit van de deelnemers met elkaar vergeleken. Methode: Vier gevalsstudies zijn uitgevoerd, waarbij de patiënten tijdens de achtweekse behandelperiode en tot slot zes weken na afloop van de behandeling volgens een semi-gestructureerd format zijn geïnterviewd. De interviews werden middels een driepuntsschaal gescoord op acceptatie, toegewijde actie en toepassing. Het gemiddelde van deze drie subschalen vormde de uitkomstmaat voor PF. Resultaten: Eenieder maakt een unieke ontwikkeling door, waarbij de mate van PF bij allen toeneemt gedurende het verblijf in de kliniek en iets afneemt nadat de therapeutische context vervalt. De ACT-principes hebben ertoe bijgedragen dat patiënten zich loskoppelen van het determinerende vertoog, waardoor afstand werd gedaan van de vereenzelviging met pijn. De narratieve reconstructie stemt veelal overeen met de ontwikkeling van PF ten tijde van de behandeling. Conclusie: ACT blijkt effectief in de behandeling van mensen met chronische pijn. Hoewel de ontwikkeling van eenieder uniek verloopt en de pijnintensiteit onveranderd aanwezig is, geldt voor allen dat het dagelijks leven minder sterk wordt beïnvloed door pijn dan voorheen. Vervolgonderzoek, waarin eveneens het belevingsperspectief van de patiënt centraal staat, zou zich naast de vraag of ACT werkt tevens kunnen richten op de vraag hoe ACT werkt. Daarnaast is interessant te onderzoeken of narratief recontrueren als een opzichzelfstaande interventie kan worden beschouwd die de PF verder voedt en waardoor mensen wellicht meer meesterschap ervaren in het vormgeven aan het persoonlijke leven.
Item Type:Essay (Master)
Faculty:BMS: Behavioural, Management and Social Sciences
Subject:77 psychology
Programme:Psychology MSc (66604)
Link to this item:https://purl.utwente.nl/essays/64926
Export this item as:BibTeX
EndNote
HTML Citation
Reference Manager

 

Repository Staff Only: item control page