University of Twente Student Theses

Login

De verandering in schemamodi en klachten in een klinische schemagerichte behandeling bij cliënten met persoonlijkheidsstoornissen

Timmerman, K. (2014) De verandering in schemamodi en klachten in een klinische schemagerichte behandeling bij cliënten met persoonlijkheidsstoornissen.

[img] PDF
196kB
Abstract:Aanleiding: De prognose voor behandeling van cliënten met een persoonlijkheidsstoornis (PS) werd lange tijd als slecht gezien. Schematherapie is ontwikkeld om PS pathologie te behandelen. Effectonderzoek in de individuele en ambulante setting laat zien dat schematherapie een goed effect heeft op meerdere aspecten van PS. Omdat een deel van de cliënten vanwege complexe PS baat kan hebben bij klinische behandeling is het van belang onderzoek te doen naar de effecten van schematherapie in deze klinische setting. Voor deze cliënten met complexe problematiek heeft Young binnen schematherapie de schemamodi ontwikkeld. Dat maakt dat deze modi focus zijn van dit onderzoek. Doel: Het vernieuwende aan dit onderzoek is dat het de verandering in modi en klachten na schematherapie in een klinische setting onderzoekt. De onderzoeksvraag of disfunctionele modi en klachten afnemen en de functionele modi toenemen na schematherapie in de klinische setting wordt beantwoord. Daarnaast wordt er gekeken of deze verandering juist in de tweede helft van de behandeling plaatsvindt zoals in literatuur wordt verondersteld. Methode: Dit onderzoek is onderdeel van een groter onderzoek. Binnen de afdeling voor klinische psychotherapie van Mediant, De Wieke, wordt gewerkt met schematherapie in de behandeling van cliënten met een persoonlijkheidsstoornis (PS) en of persoonlijkheidsproblematiek. Data voor dit onderzoek wordt bij deze cliënten (N=44) verzameld door middel van de zelfrapportage vragenlijsten de Schema Mode Inventory en de Brief Symptom Inventory bij aanvang, na een half jaar en bij ontslag af te nemen. Door middel van gepaarde t toetsen zijn de onderzoeksvragen met deze data beantwoord. Resultaten: De totale disfunctionele modi en klachten namen significant af en de totale functionele modi namen significant bij vergelijking van de voor- en de nameting. De effectgrootte was groot tot zeer groot. De specifieke disfunctionele modi de onthechte beschermer, het kwetsbare kind en de straffende ouder namen alledrie significant af. De effectgrootte van de afname van de onthechte beschermer was groot en van de andere twee modi zeer groot. De gezonde volwassene en het blije kind, namen ook individueel significant toe en er werd een zeer groot effect gemeten. De disfunctionele modi namen alleen in de tweede helft significant af en de functionele modi namen ook alleen in de tweede helft significant toe, zoals voorspeld. Conclusie/ Discussie: De uitkomst van dit onderzoek is dat schematherapie mogelijk ook een groot tot zeer groot effect in de klinische setting heeft. Dat betekent dat cliënten significant lager scoren op modi en klachten na schematherapie op De Wieke. Dit is hoopgevend voor de cliënten met een PS voor wie de behandelprognose eerder als slecht werd gezien. Vervolgonderzoek is aanbevolen om de gevonden resultaten te kunnen onderbouwen en meer generaliseerbaar te maken. Aanbevelingen zijn een grotere (homogene) steekproef, gebruik van een controlegroep en meer controle op de verschillende werkende elementen in de klinische setting. Verder kwamen in dit onderzoek een aantal nieuwe gezichtspunten naar voren ten aanzien van specifieke modi die mogelijk de moeite waard zijn verder te onderzoeken omdat deze kunnen bijdragen aan de verdere theorievorming van schematherapie.
Item Type:Essay (Master)
Faculty:BMS: Behavioural, Management and Social Sciences
Subject:77 psychology
Programme:Psychology MSc (66604)
Link to this item:https://purl.utwente.nl/essays/64921
Export this item as:BibTeX
EndNote
HTML Citation
Reference Manager

 

Repository Staff Only: item control page