University of Twente Student Theses

Login

De Gelderse Sluis: naar hogere sluitzekerheid : Onderzoek naar een oplossing voor de betrouwbaarheid van sluiting in het kader van de vierde toetsingsronde

Kersbergen, A.M. (2013) De Gelderse Sluis: naar hogere sluitzekerheid : Onderzoek naar een oplossing voor de betrouwbaarheid van sluiting in het kader van de vierde toetsingsronde.

[img] PDF
3MB
Abstract:De Gelderse Sluis is een uitwateringssluis in Noordeinde op de grens van Gelderland en Overijssel. De sluis is deel van de Randmeerdijk (dijkring 11, IJsseldelta) en ligt aan het Drontermeer. Tijdens de wettelijke toetsing van de waterkeringen in 2010 is de Gelderse Sluis getoetst op hoogte, sterkte en stabiliteit en betrouwbaarheid van de sluiting. De sluis is goedgekeurd met de voorwaarde dat er een sluitingsprotocol werd opgesteld. Bij nader inzien bleek dit niet haalbaar. De oude schotbalken die bij de Gelderse Sluis horen kunnen niet geplaatst worden bij harde wind en bij stroming die voorkomt in het geval van inundatie. Er moet een beheermaatregel komen die ervoor zorgt dat de betrouwbaarheid van de sluiting tijdens de vierde toetsingsronde in 2017 voldoet. Hoogwater bij de Gelderse Sluis ontstaat door opstuwing en golfoploop bij harde wind. De variabelen strijklengte, bodemdiepte, meerpeil, windsnelheid, windrichting, de schuifspanningscoëfficiënt en de helling van het talud van de dijk zijn van invloed. De opstuwing en golfoploop kunnen berekend worden met eenvoudige, statische vergelijkingen. Een nauwkeuriger resultaat geeft echter een berekening afhankelijk is van de tijd en wordt uitgerekend per cel in een rooster. Het model Promovera maakt gebruik van dynamische berekeningen en levert de waterstand en de golfoploop voor de hydraulische randvoorwaarden voor de Gelderse Sluis. De maatgevende waterstand is 2,1 m+NAP. Voor het verbeteren van de betrouwbaarheid van de sluiting van de Gelderse Sluis gelden een aantal randvoorwaarden en eisen. De belangrijkste randvoorwaarde is dat de bewoners van de polder beschermd worden tegen overstromingen vanuit het Drontermeer. Het kunstwerk moet werken bij de hydraulische randvoorwaarden. De Gelderse Sluis moet voldoen aan de eisen die vanuit de Leidraad Kunstwerken (TAW, 2003) gesteld worden aan waterkerende kunstwerken. Tevens is de sluis een gemeentelijk monument, waardoor het uiterlijk en karakter zoveel mogelijk hetzelfde moeten blijven. Het kanoverhuurbedrijf dat achter de sluis ligt, is gebaat bij een goede doorvaarbaarheid van de Gelderse Sluis. Om de sluitzekerheid te verhogen moet het peil waarop de sluis nog niet hoeft te sluiten (het open keerpeil) verhoogd worden of moet er een tweede keermiddel komen. De kansrijke varianten van oplossingen voor de Gelderse Sluis zijn: een overloopgebied, buisschotbalken, een naaldkering en een drijvend caisson. Niet alle varianten kunnen zonder veel aanpassingen werken bij langdurige harde wind, stroming en golven. De buisschotbalkkering kan dit wel, en heeft, mede dankzij de eenvoud van de constructie, de voorkeur. De buisschotbalkkering bestaat uit open, ronde stalen buizen, twee stalen rails waarop de buizen van het brugdek naar de sponningen rollen, spanbanden waaraan de buizen hangen en waarmee de kering omhoog en naar beneden kan worden gelaten en tenslotte twee lieren waaraan de spanbanden verbonden zijn. Voor de Gelderse Sluis moet ook een sluitingsprotocol zijn opgesteld. Als de Gelderse Sluis met dit extra keermiddel wordt getoetst aan het Programma van Eisen en het Voorschrift Toetsen op Veiligheid (Ministerie van Verkeer en Waterstaat, 2007) voldoet het ontwerp. Bij de eerste test is gebleken dat het ontwerp werkt, maar dat er nog verder onderzoek nodig is naar de uiteindelijke oplossing.
Item Type:Essay (Bachelor)
Faculty:ET: Engineering Technology
Subject:56 civil engineering
Programme:Civil Engineering BSc (56952)
Link to this item:https://purl.utwente.nl/essays/64308
Export this item as:BibTeX
EndNote
HTML Citation
Reference Manager

 

Repository Staff Only: item control page