University of Twente Student Theses

Login

Incentives in Design&Construct : Praktijkonderzoek naar de effectiviteit van bonus/malusregelingen in Design&Construct-contracten

Dekens, Sander (2013) Incentives in Design&Construct : Praktijkonderzoek naar de effectiviteit van bonus/malusregelingen in Design&Construct-contracten.

[img] PDF
565kB
Abstract:Opdrachtnemers in de Grond-, Weg- en Waterbouwsector worden vooral bestraft voor ongewenst gedrag, terwijl beloningen voor gewenst gedrag achterwege blijven: Witteveen+Bos merkt dat opdrachtgevers wel malussen inzetten, maar dat zij terughoudend zijn in het gebruik van de bonus. Dat is opmerkelijk, want de literatuur geeft aanwijzingen dat belonen (bonus) effectiever is dan bestraffen (malus). De effectiviteit van bonus/malusregelingen is nog nauwelijks onderzocht. Daarom is het doel van dit onderzoek om de effectiviteit van bonus/malusregelingen te beoordelen. Bonus/malusregelingen koppelen een vergoeding aan de prestaties van de opdrachtnemer in de uitvoeringsfase. Als zij beter presteert dan de opdrachtgever vraagt, krijgt zij de bonus betaald. Afhankelijk van het project kan ‘beter’ bijvoorbeeld betekenen: eerder opgeleverd. Als de opdrachtnemer slechter presteert dan gevraagd, moet zij de malus betalen. Volgens de theorie streeft een opdrachtnemer winstmaximalisatie na. Bonus/malusregelingen zouden dan ook invloed hebben op haar motivatie. De bonus zou haar motivatie verhogen, wat zou leiden tot gedrag waarmee zij de gevraagde prestaties overtreft. De malus zou haar motiveren om gedrag te vertonen waarmee zij de gevraagde prestaties realiseert. De effectiviteit van de regelingen is onderzocht met een meervoudige casestudy. Alle cases waren Design&Construct-contracten. Drie van de zes regelingen waren effectief. Ze werden als effectief beoordeeld wanneer: • de bonus/malusregeling effect had op het gedrag van de opdrachtnemer, én • de opdrachtgever zijn doel met de bonus/malusregeling had bereikt. Uit dit onderzoek blijkt dat de bonus het voor de opdrachtnemer financieel mogelijk kan maken om in de uitvoeringsfase maatregelen te nemen ter verbetering van de prestaties. Als de opdrachtnemer er echter in de aanbestedingsfase van uitgaat dat zij de bonus krijgt (en beter presteert dan gevraagd), kan zij de bonus ervaren alsof het een malus is. De malus (of het krijgen van minder bonus) heeft het effect van een ‘stok achter de deur’. Hierdoor realiseert de opdrachtnemer in de uitvoeringsfase de prestaties die zij in de aanbestedingsfase verwachtte te realiseren. Uit twee cases blijkt dat de malus effectief kan zijn door onzekerheid bij de opdrachtnemer over de omstandigheden waarbij zij de malus moet betalen: bij één regeling kreeg de opdrachtnemer een malus voor elke keer dat er congestie was. Het was de opdrachtnemer onduidelijk dat zijn werkzaamheden congestie moesten veroorzaken om een malus te krijgen. Bij een andere regeling wist de opdrachtnemer niet wat de opdrachtgever als tekortkoming zou aanmerken, waardoor hij minder bonus zou krijgen. Het blijkt dat de opdrachtnemer haar perceptie van bijbehorende risico’s van bonus/malusregelingen een belangrijke rol speelt voor de effectiviteit. In één case schatte de opdrachtnemer namelijk het risico van klachten van derden (regeling a) anders in dan dat van tekortkomingen (regeling b), terwijl de twee regelingen qua structuur vergelijkbaar waren. Regeling b had daardoor wel effect op zijn gedrag en regeling a niet. Daarnaast blijkt uit twee cases dat opdrachtnemers sommige risico’s sowieso al beperken. Hierdoor kunnen bonus/malusregelingen niet effectief zijn. In deze twee cases gaven de opdrachtnemers namelijk aan dat zij de bijbehorende risico’s van de regelingen (klachten van derden en problemen met kabels en leidingen) hoe dan ook beperkten, zonder dat de regeling hen daartoe hoefde aan te zetten. Uit het onderzoek blijkt verder dat het voor de effectiviteit belangrijk is dat de opdrachtnemer invloed kan uitoefenen op bijbehorende risico’s. Zo blijkt namelijk dat de bonus niet effectief is als de regeling betrekking heeft op derden. Opdrachtnemers kunnen daar immers geen invloed op uitoefenen en spannen zich dan niet (extra) in om de bonus te krijgen. De bonus is daardoor niet effectief. Het onderzoek leidt tot de volgende aanbevelingen voor de praktijk: • Het is nuttig om te beseffen dat opdrachtnemers een bonus kunnen ervaren alsof het een malus is. Zij kunnen er namelijk in de aanbestedingsfase van uitgaan dat zij de bonus krijgen (en beter presteren dan gevraagd). Een bonus kan immers een ander effect hebben op een opdrachtnemer dan een opdrachtgever bedoelt. • Het wordt aanbevolen om te zorgen dat het voor de opdrachtnemer duidelijk is bij welke omstandigheden zij een malus moet betalen. Deze omstandigheden moeten duidelijk te herleiden zijn naar haar werkzaamheden. Onzekerheid kan er namelijk voor zorgen dat de opdrachtnemer het risico van de malus als onredelijk ervaart. Dat heeft negatieve gevolgen voor haar motivatie. • Aanbevolen wordt om bonus/malusregelingen zodanig in te zetten dat de opdrachtnemer invloed kan uitoefenen op de bijbehorende risico’s. • Aansluitend op de vorige aanbeveling wordt aanbevolen de bonus niet te betrekken op derden.
Item Type:Essay (Master)
Clients:
Witteveen+Bos
Faculty:ET: Engineering Technology
Subject:56 civil engineering
Programme:Civil Engineering and Management MSc (60026)
Link to this item:https://purl.utwente.nl/essays/63151
Export this item as:BibTeX
EndNote
HTML Citation
Reference Manager

 

Repository Staff Only: item control page