University of Twente Student Theses

Login

Een inventariserend onderzoek naar het gebruik van een screeningslijst voor postpartum depressie in de JGZ 0-4 jaar in Twente.

Olde Reuver of Briel, Carlijn (2011) Een inventariserend onderzoek naar het gebruik van een screeningslijst voor postpartum depressie in de JGZ 0-4 jaar in Twente.

[img] PDF
1MB
Abstract:Een postpartum depressie is een depressie die kan ontstaan bij vrouwen na de geboorte van een kind. 13% van de vrouwen ontwikkelt een postpartum depressie. In 2008 is de jeugdgezondheidszorg in Twente begonnen met het screenen op vrouwen met een postpartum depressie. Het screenen wordt gedaan met behulp van de EPDS-vragenlijst. In opdracht van de Universiteit Twente is bij de jeugdgezondheidszorg een onderzoek uitgevoerd naar het huidige gebruik van de EPDS-vragenlijst en de mening van de JGZ-medewerkers over factoren van het gebruik. De hoofdvraag luidde als volgt: In welke mate en op welke wijze wordt de EPDS-vragenlijst gebruikt als instrument voor het opsporen van vrouwen met een postpartum depressie op het consultatiebureau van 0 tot 4 jaar in de regio Twente? Om deze vraag te beantwoorden is een beschrijvend cross-sectioneel onderzoek uitgevoerd. Er is gebruik gemaakt van elektronische vragenlijsten die verstuurd zijn aan 38 jeugdartsen, 38 jeugdverpleegkundigen en 10 consultatiebureauassistenten. De respons van de jeugdartsen was 53%. De respons van de jeugdverpleegkundigen 32% en van de consultatiebureauassistenten 33%. De vragenlijst bestond uit drie onderdelen, namelijk: achtergrondkenmerken, het huidige gebruik en determinanten van het gebruik. Deze drie componenten zijn aan de hand van stellingen, gesloten vragen en open vragen gesteld. De vragen over het huidige gebruik zijn opgesteld aan de hand van de handleiding. Deze handleiding beschrijft hoe het gebruik van de EPDS-vragenlijst vormgegeven kan worden. Uit de 50 determinanten die Fleuren et al. (2002) geïdentificeerd hebben, is een selectie gemaakt om de mening over de factoren van het gebruik van de EPDS-vragenlijst te meten. De resultaten van het onderzoek geven weer dat de EPDS-vragenlijst vaak besproken wordt met een jeugdverpleegkundige en met een moeder. Wanneer een moeder een afwijkende EPDS-score heeft dan wordt deze vaak doorverwezen naar de huisarts. Het doorverwijzen van een moeder naar de GGZ gebeurd echter weinig bij een verhoogde of afwijkende score. Er wordt niet altijd uitleg wordt gegeven door een jeugdverpleegkundige over de EPDS-vragenlijst bij het zuigelingenbezoek. Gemiddeld genomen worden er zes huisbezoeken per jeugdverpleegkundige per jaar gebracht (met een spreiding van nul tot twaalf). De EPDS-vragenlijst wordt in bijna alle gevallen uitgedeeld tijdens de consulten door de consultatiebureauassistenten. Iets minder dan de helft van de jeugdartsen heeft in gevallen waarin zij verwezen terugrapportage ontvangen van de huisarts en andere instanties. De EPDS-vragenlijst werd niet vaak of bijna nooit besproken bij een ICT (Inter Collegiale Toetsing). De mening van de JGZ-medewerkers over het gebruik van de EPDS-vragenlijst, is redelijk positief. Wel vinden sommige medewerkers dat zij extra tijd nodig hebben om te werken met de EPDS. Ook meldt ongeveer een kwart van de jeugdverpleegkundigen behoefte te hebben aan (aanvullende) informatie en een deskundige om vragen aan te stellen over het werken met de EPDS-vragenlijst. Wel melden sommige jeugdartsen dat ze denken dat het invullen van de EPDS-vragenlijst in de wachtkamer onbetrouwbare resultaten oplevert. De jeugdartsen denken ook dat het belastend kan zijn voor sommige moeders om de EPDS-vragenlijst in de wachtkamer in te moeten vullen. Voor vervolgonderzoek zou het goed zijn om te achterhalen waarom er zoveel spreiding zit in het aantal huisbezoeken. Verder zou het goed zijn te onderzoeken of er namens de moeder meer behoefte is aan privacy tijdens het invullen van de vragenlijst. Ook kan worden onderzocht in hoeverre de moeders de vragenlijst eerlijk invullen in de wachtkamer en of zij behoefte hebben aan schriftelijke informatie over het werken met de EPDS-vragenlijst. Er zou een scholing voor jeugdverpleegkundigen kunnen worden georganiseerd met als een van de doelen de jeugdverpleegkundigen te scholen in hoe zij ouders kunnen informeren over de screening op PPD met de EPDS-vragenlijst in de JGZ. Tot slot is het belangrijk dat de EPDS-vragenlijst bespreekbaar wordt gemaakt tijdens het werkoverleg.
Item Type:Essay (Bachelor)
Faculty:BMS: Behavioural, Management and Social Sciences
Subject:88 social and public administration
Programme:Health Sciences BSc (56553)
Link to this item:https://purl.utwente.nl/essays/62626
Export this item as:BibTeX
EndNote
HTML Citation
Reference Manager

 

Repository Staff Only: item control page