University of Twente Student Theses

Login

Het verbeteren van de balans tussen exploitatie en exploratie : een onderzoek naar de organisationele antecedenten van ambidexterity bij Rotor

Kappen, D.J.M. (2012) Het verbeteren van de balans tussen exploitatie en exploratie : een onderzoek naar de organisationele antecedenten van ambidexterity bij Rotor.

Full text not available from this repository.

Full Text Status:Access to this publication is restricted
Abstract:In dit rapport wordt onderzoek gedaan naar de wijze waarop het bedrijf Rotor meer innovatieprojecten kan gaan uitvoeren. Dit is noodzakelijk om de toekomstige klanten beter te kunnen bedienen. Momenteel is Rotor vooral ingericht rondom het routinematig produceren van standaardproducten voor de huidige klantenkring. Rotor produceert elektromotoren en is marktleider in Nederland, het bedrijf telt ongeveer 50 werknemers. Rotor heeft drie afdelingen, het Contact Center ten behoeve van de inkoop en verkoop van de elektromotoren; het Competence Center ten behoeve van de productie en logistiek; en het Innovation Center, waar studenten aan afstudeeropdrachten werken. In de literatuur worden innovatieprojecten voor toekomstige klanten aangeduid met exploratie, terwijl standaardproducten voor huidige klanten worden aangeduid met exploitatie. Rotor wil daarom een betere balans bereiken tussen exploitatie en exploratie. In de literatuur wordt dit aangeduid met de term ambidexterity en verschillende onderzoeken hebben de noodzaak hiervan aangetoond. Deze onderzoeken stellen dat organisaties door middel van drie antecedenten ambidexterity kunnen bereiken: door middel van structuur, waarbij exploratie en exploitatie worden ondergebracht in verschillende bedrijfsonderdelen; door middel van de organisationele context, waarbij exploratie en exploitatie in hetzelfde bedrijfsonderdeel uitgevoerd worden en door middel van goed leiderschap, waarbij het topmanagement verantwoordelijk is voor ambidexterity. Het onderzoek heeft uitgewezen dat Rotor de focus op alle drie de antecedenten moet leggen om haar exploratieve activiteiten uit te kunnen breiden. Op het gebied van structuur moet Rotor de binding van het Innovation Center met de rest van de organisatie verbeteren, door hier werknemers van Rotor exploratieve ideeën op haalbaarheid te toetsen en de afdeling door senior managers aan te laten sturen. Tevens moeten de exploratieve activiteiten worden uitgevoerd in crossfunctionele teams waar zowel werknemers van het Contact als het Competence Center een rol in vervullen. Hiertoe is het noodzakelijk dat in het Competence Center de verantwoordelijkheden en bevoegdheden voor het uitvoeren van exploratieve activiteiten worden gedelegeerd, zodat deze werknemers zowel exploratieve als exploitatieve activiteiten gaan uitvoeren. Momenteel worden exploratieve activiteiten alleen op managementniveau uitgevoerd, waardoor de capaciteit beperkt is. Op deze manier gaat Rotor meer gebruik maken van de organisationele context om ambidexterity te bereiken. Hiervoor is het bovendien noodzakelijk dat Rotor in het Competence Center werknemers met een hoger competentieniveau werft en de focus legt op het creëren van een gedeelde ambitie en identiteit. Tevens moeten betrokken worden bij beslissingen van het management en moet er ruimte worden geboden voor initiatieven vanuit werknemers. In het Contact Center moeten routines worden geïmplementeerd die het mogelijk maken exploratieve en exploitatieve activiteiten af te wisselen. Op het gebied van leiderschap moet het senior management van Rotor de taken en managementstijl op elkaar aanpassen en met name in het Competence Center afstappen van de efficiency gedreven managementstijl. Er moet ruimte worden gecreëerd voor exploratie. Bovendien moet er gestuurd worden op randvoorwaarden en moeten werknemers meer in contact met de omgeving komen. Dit onderzoek draagt op verschillende manieren bij aan de theorie. Rotor behoort tot het MKB en het onderzoek toont aan op welke manier een dergelijke organisatie een balans tussen exploitatie en exploratie probeert te bereiken. Het onderzoek naar deze balans heeft zich tot nu echter op grote bedrijven gefocust. Tevens vindt het onderzoek empirisch bewijs dat topmanagers dezelfde managementstijl moeten hanteren en een gemeenschappelijke visie moeten hebben om ambidexterity mogelijk te maken. Tenslotte zijn routines die het mogelijk maken exploratieve en exploitatieve activiteiten af te wisselen en routines die voorrang geven aan exploratieve activiteiten noodzakelijk.
Item Type:Essay (Bachelor)
Clients:
Rotor B.V., Nederland
Faculty:BMS: Behavioural, Management and Social Sciences
Subject:85 business administration, organizational science
Programme:Industrial Engineering and Management BSc (56994)
Link to this item:https://purl.utwente.nl/essays/62284
Export this item as:BibTeX
EndNote
HTML Citation
Reference Manager

 

Repository Staff Only: item control page