University of Twente Student Theses

Login

Onderzoeksrapport - Spoedpost Almelo samenwerking tussen de huisartsen post en spoedeisende hulp om 24 uur per dag, 7 dagen per week, acute zorg te bieden. Een vergelijkend onderzoek.

Smid, K. (2010) Onderzoeksrapport - Spoedpost Almelo samenwerking tussen de huisartsen post en spoedeisende hulp om 24 uur per dag, 7 dagen per week, acute zorg te bieden. Een vergelijkend onderzoek.

[img] PDF
2MB
Abstract:In Nederland kunnen patiënten met een acute zorgvraag overdag terecht bij de huisarts of de spoedeisende hulp (SEH) van het ziekenhuis, en in de avond, nacht of weekend (ANW) bij de huisartsenpost (HAP) of SEH. Op 14 april 2010 is in Almelo de spoedpost geopend, waar per jaar zo’n 60.000 patiënten zich melden vanuit een adherentiegebied van 203.000 inwoners. De spoedpost is een samenwerking tussen de centrale huisartsenpost Almelo (CHPA) en de SEH, waardoor er buiten kantooruren voor patiënten één loket is voor alle acute zorg. Het probleem is dat nog niet duidelijk is wat de optimale inrichting van de spoedpost zal zijn. Daarom is er een subsidieaanvraag gedaan voor een onderzoek van twee jaar. Het doel van het onderzoek is om met behulp van simulatie de optimale inrichting van de spoedpost te vinden, zodat de patiënt zonder onnodige vertraging bij de juiste zorgverlener komt. Het onderzoek gepresenteerd in dit verslag is een eerste stap richting deze optimale richting. Doel De doelstellingen van dit onderzoek zijn: Om de gestelde doelstellingen te realiseren hebben we de volgende hoofdvragen opgesteld. 1. Hoe werkten de HAP en SEH in Almelo en is werkwijze veranderd door de komst van de spoedpost? 2. Wat is het effect van de integratie van de HAP met de SEH in Almelo op patiëntenstromen en doorlooptijden voor de afzonderlijke groepen patiënten met een verschillende acute zorgbehoefte? 3. Hoe kan de prestatie van spoedpost Almelo worden gemeten? We zullen deze vragen beantwoorden door diverse literatuur te bespreken, ons te verdiepen in de landelijke ontwikkelingen en de situatie in Almelo uitgebreid te analyseren. Situatie beschrijving Het is de bedoeling dat patienten eerst naar de spoedpost bellen, dan krijgen ze indien nodig een afspraak om langs komen. In de oude situatie kon de patient zelf direct naar de spoedeisende hulp in het ziekenhuis gaan. Nu meldt een patient zich zonder afspraak bij de spoedpost en wordt daar te woord gestaan door een doktersassistente van de CHPA. Die bepaalt de urgentie volgens de Nederlandse Huisartsen Genootschap standaard (U1: levensbedreigend t/m U4: routine) en welk vervolgcontact er nodig is. Er zijn een aantal gevallen waarbij direct wordt doorverwezen naar de SEH, maar meestal kan de patient door de huisarts geholpen worden. Wanneer er tijdens het huisartsenconsult blijkt dat er specialistische zorg nodig is, wordt de patient alsnog overgedragen aan de SEH. De huisarts is medisch eindverantwoordelijke op de CHPA. Dit betekendt dat alle medische beslissingen van de doktersassistentes door een huisarts gefiatteerd worden. Bij de SEH komen de meeste patienten binnen via de ambulancedienst, CHPA of zelfverwijzing. Ongeacht de herkomst van de patient wordt er door een verpleegkundige opnieuw de urgentie bepaald, nu volgens het Manchester Triage systeem (Rood: acuut t/m blauw: niet urgent) en wordt Mogelijke knelpunten identificeren en prestatieindicatoren opstellen, die het dagelijks bestuur van de spoedpost kunnen helpen bij het verbeteren van efficiëntie en effectiviteit. Tevens moet het onderzoek een opzet bieden voor vervolg onderzoek dat de prestatie van de spoedpost verder helpt verbeteren. 2 Kees Smid er gekeken welke behandeling en extra diagnostiek nodig zijn. Na overleg met de specialist behandelen de artsassistent en verpleegkundige de patient, waarna de patient in de meeste gevallen naar huis kan. Er zijn 21 specialismen bij de SEH. Chirurgie is met ongeveer 60 procent van de patienten veruit het grootste, daaropvolgend zijn Inwendige geneeskunde en Neurologie met ongeveer 14 en respectievelijk 7 procent de grote specialismen. De CHPA en SEH gebruiken nog hun eigen informatiesystemen, (medische) protocollen en materiaal, en hebben nog hun eigen administratie, budgetten en omzet. Vergelijking van de voor- en na- situatie Om hoofdvragen twee en drie te beantwoorden vergelijken we de situatie voor en na de opening van de spoedpost met elkaar. De periodes in 2009 en 2010 die worden vergeleken lopen van 15 april tot en met 14 mei, met uitzondering van 5 en 13 mei. In de bekeken periodes is er onderscheid gemaakt tussen weekdagen, weekend/feestdagen, kantooruren en ANW. Tijdens weekdagen is het aantal patiënten dat met een zorgvraag bij de CHPA komt gestegen. Deze stijging is voor het grootste deel toe te schrijven aan een verdubbeling van het aantal patiënten dat zonder afspraak naar de spoedpost komt. Er zijn meer hogere urgenties (U1, U2 en U3) terwijl het aantal laag urgente U4 patiënten gelijk gebleven. De patiënten met hogere urgenties worden vooral door huisartsen geholpen, terwijl er meer U4 patiënten geholpen worden door de doktersassistentes. De telefonische wachttijd bij het callcenter van de CHPA is sinds de spoedpost verslechterd, zowel op de reguliere als de spoedlijn. Dit komt waarschijnlijk doordat de doktersassistentes meer tijd kwijt zijn met binnenlopers dan voorheen en er dus minder tijd is om de telefoon te beantwoorden. De (telefonische) beslissingen van de doktersassistentes moet binnen 60 minuten gefiatteerd worden. Overdag wordt deze norm in de meeste gevallen gehaald, terwijl in de nacht het percentage binnen de norm tot 30-50% terugvalt. De productie van de SEH is tijdens weekend en feestdagen gekrompen met 13,9 procent, deze krimp is vrijwel geheel toe te schrijven aan het specialisme Chirurgie dat 22,5 procent minder productie had. Het aantal patiënten met de herkomst zelfverwijzing is tijdens deze momenten met bijna 50 procent gedaald. Een groot deel van de resterende zelfverwijzers zouden eigenlijk niet als zelfverwijzer geregistreerd moeten worden: oorzaken hiervan zijn registratie en definitiefouten. Het aantal patiënten dat wordt doorverwezen naar de SEH vanuit de CHPA is gestegen. De SEH wil de doorlooptijd lager dan twee uur houden. Ondanks de krimp is de gemiddelde doorlooptijd bij de SEH gestegen, wat mogelijk komt doordat de laag complexe zorg voor een deel door de CHPA wordt opgevangen. Opvallend is dat de gemiddelde doorlooptijd in 2010 tijdens kantooruren met ongeveer 2 uur en 20 minuten boven de norm ligt, tijdens ANW is de gemiddelde doorlooptijd 1 uur en 51. Hoe nu verder? Na aanleiding van de bovenstaande vergelijking doen we de volgende aanbevelingen: - Fiatteertijden: tijdens nachtdiensten wordt de 1-uur norm vaak niet gehaald, daarom raden we aan om in ieder geval één wakkere huisarts op de spoedpost aanwezig te laten zijn. 3 Kees Smid - Wachttijden callcenter: omdat de wachttijden behoorlijk zijn toegenomen en we vermoeden dat dit komt doordat de doktersassistentes veel meer tijd kwijt zijn met de binnenlopers, raden we aan om hier extra capaciteit in te zetten. - Registratie binnenlopers en vervolg acties: gaat nu nog niet altijd goed, wat tot gemiste omzet en onvolledige administratie zorgt. Daarom raden we aan modules aan te maken in het informatiesysteem die er voor zorgen dat deze velden ingevuld moeten worden. - Wachttijd en herkomst: worden beide niet goed geregistreerd. Voor de (externe) verantwoording van de prestatie zijn de wachttijden per urgentieklasse nodig en om het effect van de spoedpost goed te kunnen beoordelen is een goede administratie van de herkomst nodig. We raden aan om deze fouten aan te kaarten bij de verpleegkundige. - Productie SEH: wordt nu geregeld vergeleken met dezelfde periode in voorgaande jaren, deze vergelijking heeft meer nut wanneer er wordt toegespitst op kantooruren en ANW. - Doorlooptijd: het is onduidelijk waar het verschil tussen kantooruren en ANW vandaan komt, maar tijdens kantooruren wordt de norm van 2 uur vaak niet gehaald. Daarom raden we dat er wordt uitgezocht wat de oorzaak hiervan is.
Item Type:Essay (Bachelor)
Clients:
CHPA Centrale Huisartsen Post
Faculty:BMS: Behavioural, Management and Social Sciences
Subject:85 business administration, organizational science
Programme:Industrial Engineering and Management BSc (56994)
Link to this item:https://purl.utwente.nl/essays/60805
Export this item as:BibTeX
EndNote
HTML Citation
Reference Manager

 

Repository Staff Only: item control page