University of Twente Student Theses

Login

Oog voor effectieve culturele voorbereiding van ontwikkelingswerkers

Wenting, Leonie G. (2006) Oog voor effectieve culturele voorbereiding van ontwikkelingswerkers.

[img] PDF
718kB
Abstract:In de huidige ontwikkelingssamenwerking bestaat er grote aandacht voor effectiviteit en verantwoordingsgerichtheid. Het besef groeit dat inbedding van de hulp in de lokale context en cultuur van het ontwikkelingsland een belangrijke rol speelt bij effectiviteit van ontwikkelingssamenwerking. Dat betekent dat ontwikkelingswerkers over voldoende interculturele competenties moeten beschikken. Volgens de literatuur bestaat er op de culturele voorbereiding van ontwikkelingswerkers door ontwikkelingsorganisaties nogal wat kritiek. Waaruit deze kritiek bestaat, wordt uit de literatuur niet duidelijk. In dat licht wordt in deze scriptie de volgende probleemstelling onderzocht: ‘In hoeverre leidt de culturele voorbereiding van ontwikkelingswerkers tot interculturele competenties?’ Deze probleemstelling wordt aan de hand van de volgende twee onderzoeksvragen onderzocht: 1. Stemmen de interculturele competenties die ontwikkelingsorganisaties beogen overeen met de gewenste interculturele competenties? 2. Is er sprake van effectieve culturele voorbereiding? Uitgangspunten voor dit onderzoek Om de bovenstaande onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden zijn vanuit de recente literatuur uitgangspunten geformuleerd met betrekking tot gewenste interculturele competenties en effectieve culturele voorbereiding. Deze uitgangspunten vormen de basis van het onderzoek in deze scriptie. Uitgangspunten met betrekking tot gewenste interculturele competenties Onder gewenste interculturele competenties voor ontwikkelingswerkers wordt het volgende verstaan: 1. Motivatie om te communiceren met iemand afkomstig uit een andere cultuur. Dat wil zeggen een open en reflexieve houding ten aanzien van de eigen en andere cultuur; 2. Kennis van algemene thema's van het ontwikkelingsland, zoals: politiek, economie, religie, maatschappij; 3. Kennis van en inzicht in verschillende onderwerpen die effectieve interculturele communicatie betreffen; 4. Vaardigheid om kennis over cultuur en effectieve interculturele communicatie om te zetten in adequaat gedrag. Het is belangrijk dat er overeenkomst bestaat tussen deze gewenste interculturele competenties en de door ontwikkelingsorganisaties beoogde interculturele competenties. Dat zou betekenen dat culturele voorbereiding gericht is op interculturele competenties die volgens de recente literatuur gewenst zijn. Uitgangspunten met betrekking tot effectieve culturele voorbereiding Bij effectieve culturele voorbereiding spelen de doelstellingen, de inhoud en vorm, en de evaluatie van culturele voorbereiding een belangrijke rol, namelijk: 1. De doelstellingen van de culturele voorbereiding: De doelstellingen voor de culturele voorbereiding moeten overeenstemmen met de interculturele competenties die ontwikkelingsorganisaties beogen. Daarnaast is het voor de inhoudsvaliditeit van de culturele voorbereiding van belang dat opleidingsdoelstellingen de recente ideeën over interculturele competenties weerspiegelen en dus overeenstemmen met de volgens de literatuur gewenste interculturele competenties. Tot slot moeten opleidingsdoelstellingen niet alleen op het leerniveau, maar ook op het niveau van het werkgedrag beschreven zijn, zodat de culturele voorbereiding zich ook richt op transfer van kennis, houding en vaardigheden naar de werksituatie. 2. De inhoud en vorm van culturele voorbereiding moet gericht zijn op transfer In de literatuur worden met betrekking tot de inhoud en vorm van culturele voorbereiding verschillende factoren genoemd die transfer bevorderen, zoals: a. De mate waarin tegemoet gekomen wordt aan de opleidingsbehoeften van deelnemers; b. De mate van overeenkomst tussen opleidingssituatie en werksituatie; c. Variatie in situaties en stimuli; d. Ervaring van de docent met de werksituatie van de cursist; e. Voorbereiding op de terugkeer in de werksituatie. 3. De evaluatie van de culturele voorbereiding: Voor het vaststellen van effecten van culturele voorbereiding is systematische evaluatie van belang. Daarbij is niet alleen de meting van effecten op het leerniveau, maar vooral ook de meting van effecten op het niveau van het werkgedrag van belang. Training is namelijk bedoeld om specifieke competenties over te dragen om zo het werkgedrag van de werknemer te verbeteren. Dat betekent dat de effecten op het niveau van het werkgedrag daadwerkelijk iets zeggen over de mate waarin er sprake is van transfer van de geleerde interculturele kennis houding en vaardigheden en dus de mate waarin culturele voorbereiding effectief is. Bij de meting van effecten moeten objectieve evaluatiemethoden en specifieke en absolute evaluatiecriteria gebruikt worden. Het onderzoek: In dit onderzoek is met behulp van ‘case study’ onderzoek gedaan naar de culturele voorbereiding van vier ontwikkelingsorganisaties: Cordaid, ICCO, SNV Netherlands Development Organisation en VSO. De onderzoeksdata zijn gebaseerd op gegevens uit 2004 en 2005, en door middel van interview en documentanalyse verkregen. De data zijn in het onderzoek zowel ‘within case’ als ‘cross case’ bestudeerd op de factoren: specifieke context van de ontwikkelingsorganisatie, de beoogde interculturele competenties van ontwikkelingsorganisaties, de culturele voorbereiding (de doelstellingen, de inhoud en vorm en de evaluatie). Conclusies en aanbevelingen: Welke conclusies kunnen getrokken worden ten aanzien van de probleemstelling: ‘In hoeverre leidt de culturele voorbereiding van ontwikkelingswerkers tot interculturele competenties?’ Op basis van het onderzoek kan geconcludeerd worden, dat er een aantal factoren bestaat dat ervoor zorgt dat culturele voorbereiding minder effectief is dan zou kunnen. Het betreft de volgende factoren: 1. Er bestaat geen duidelijk beeld over de afstemming tussen de door ontwikkelingsorganisaties beoogde en de volgens de literatuur gewenste interculturele competenties, omdat ontwikkelingsorganisaties deze beoogde interculturele competenties in de meerderheid van de gevallen niet expliciet beschrijven. 2. Er bestaat onduidelijkheid over afstemming tussen de (strategische) keuzen van de ontwikkelings-organisaties en de culturele voorbereiding. 3. Culturele voorbereiding is onvoldoende gericht op transfer (het niveau van het werkgedrag): a. Opleidingsdoelstellingen zijn niet gericht op transfer b. De mogelijkheden van transfer bevorderende factoren in de inhoud en vorm van de culturele voorbereiding worden slechts ten dele benut. Zo is er sprake van: - ontbreken van formatieve evaluatie van leerbehoeften op het niveau van het werkgedrag; - onvoldoende benutten van de mogelijkheden van ‘on-the-job’ opleiding; - onvoldoende benutten van de mogelijkheden ontwikkelingswerkers voor te bereiden op terugkeer naar de werksituatie. 4. Er bestaat te weinig oog voor de effecten van de culturele voorbereiding. a. Er bestaat geen structurele evaluatie gericht op de transfer van de interculturele kennis, houding en vaardigheden b. Er bestaat geen duidelijk systeem voor meting en evaluatie van effecten op het niveau van het werkgedrag. Daarnaast kan echter geconcludeerd worden dat er ook sprake is van een aantal factoren dat de effectiviteit van de culturele voorbereiding bevordert, namelijk: 1. De doelstellingen van de culturele voorbereiding komen in grote mate overeen met de gewenste interculturele competenties en weerspiegelen daarmee dus de recente ideeën over interculturele competenties. 2. Er is sprake van aanwezigheid van een aantal transferbevorderende factoren in de inhoud en vorm van culturele voorbereiding, namelijk: a. Er worden docenten/trainers ingezet die ervaring hebben met de werksituatie van ontwikkelingswerkers; b. Er is sprake van variatie in stimuli en situaties; c. In de opzet van de training bestaat aandacht voor tegemoetkoming aan de leerbehoeften van ontwikkelingswerkers; d. Er bestaat op leerniveau aandacht voor de leerbehoeften van ontwikkelingswerkers door formatieve evaluatie op het leerniveau. Opvallend is dat factoren die een belemmering vormen voor de effectiviteit van de culturele voorbereiding vooral tot de verantwoordelijkheid van het management van ontwikkelingsorganisaties behoren. De factoren die perspectief bieden voor de bevordering van effectiviteit van culturele voorbereiding vallen vooral onder de verantwoordelijkheid van opleidingsinstituten. Ontwikkelings-organisaties lijken daarmee minder oog te hebben voor de effectiviteit van culturele voorbereiding dan de opleidingsfunctionarissen en opleidingsinstituten. De conclusies leiden tot de volgende aanbevelingen: 1. Ontwikkelingsorganisaties moeten de interculturele competenties die ze beogen expliciet formuleren en doorgeven aan opleidingsinstituten. 2. De doelstellingen voor de culturele voorbereiding moeten ook op het niveau van het werkgedrag beschreven worden. 3. De inhoud en vorm van culturele voorbereiding moeten gericht zijn op transfer, dat wil zeggen: a. Er moet structureel oog bestaan voor de leerbehoeften van ontwikkelingswerkers tijdens de uitzending door formatieve evaluatie op het niveau van het werkgedrag. b. De mogelijkheden van ‘on-the-job’ opleiden in het ontwikkelingsland moeten benut worden. c. Men moet streven naar een goede doorlopende leerlijn in ‘off-the-job’ en ‘on-the-job’ opleiding. d. Er moet sprake zijn van structurele voorbereiding op terugkeer in de werksituatie. 4. Zorg voor een duidelijk systeem voor meting en evaluatie van effecten, door: a. Structureel gebruik van professionele systematische evaluatie op het niveau van werkgedrag b. Zorg voor beschikbaarheid van geschikte evaluatiemethoden op het niveau van werkgedrag. c. Gebruik van objectieve evaluatiemethoden en absolute en specifieke evaluatiecriteria. Tot slot: Het biedt perspectief dat ontwikkelingsorganisaties hun ontwikkelingswerkers de mogelijkheid bieden deel te nemen aan een culturele voorbereiding en dat deze culturele voorbereiding bovendien in grote mate aansluit bij de interculturele competenties die volgens de literatuur wenselijk zijn, zoals uit het onderzoek blijkt. Ontwikkelingsorganisaties moeten zich echter realiseren dat effectieve culturele voorbereiding vraagt om bewuste en strategische keuzen met betrekking tot de interculturele competenties die van ontwikkelingswerkers verwacht worden. Bovendien is het belangrijk dat ontwikkelingsorganisaties aandacht hebben voor de effecten van de culturele voorbereiding. Wanneer ontwikkelingsorganisaties oog hebben voor effectieve culturele voorbereiding zal leiden dit leiden tot ontwikkelingswerkers met voldoende interculturele competenties. Goed voorbereide ontwikkelingswerkers zullen in staat zijn een positieve bijdrage te leveren aan effectieve ontwikkelingssamenwerking.
Item Type:Essay (Master)
Faculty:BMS: Behavioural, Management and Social Sciences
Subject:05 communication studies
Programme:Communication Studies MSc (60713)
Link to this item:https://purl.utwente.nl/essays/57337
Export this item as:BibTeX
EndNote
HTML Citation
Reference Manager

 

Repository Staff Only: item control page